Als moeder wil je graag een gezonder leven voor je gezin. Je wilt hiervoor zo min mogelijk bewerkte producten gebruiken, maar hoe kun je dit het beste aanpakken? Maar wat zit er nu precies in de producten? Door het lezen van deze blog kom jij door 6 tips meer te weten over hoe je etiketten beter kunt lezen

Helaas is er nog vaak misleiding op een verpakking te zien. Ondanks dat dit niet mag volgens de wet. Want volgens de Voedsel- en Warenautoriteit moeten fabrikanten duidelijk en eerlijk zijn op het etiket.

In Nederland zijn er een aantal strenge richtlijnen waar iedereen zich aan moet houden volgens de Warenwet etikettering levensmiddelen en Verstrekking voedselinformatie aan consumenten. Ook wordt hierop toezicht gehouden door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

 

1. Fabrikanten hebben verplichtingen. 

In Nederland is er een hele lijst waaraan fabrikanten zich moeten houden van hetgeen wat zij verplicht moeten vermelden op een verpakking.

  • Naam product
  • Naam fabrikant
  • Klantenservice gegevens
  • Ingrediënten
  • Herkomst en oorsprong
  • Voedingswaarde
  • Allergie informatie
  • Streepjescode
  • Traceercode
  • Dagelijkse Voedingsrichtlijn
  • Houdbaarheidsdatum
  • Keurmerken
  • Gebruiksadvies
  • Claims
  • EU- ovaal: dit is een code (in ovaal-vorm) dat aangeeft bij welk bedrijf het voedingsmiddel is geproduceerd en dat dit bedrijf qua hygiëne onder toezicht van de EU staat.

 

2. Draai de verpakkingen om

Vooral op de voorkant van de verpakking gebruiken fabrikanten veel reclame. De voorkant is prachtig, heeft mooie kleuren en zorgt er vaak voor dat jij overgaat om dit product in je winkelwagentje mee te nemen. Op de achterkant van de verpakking vermeld de fabrikant vaak de lijst waaraan hij zich moet houden. Kijk dus vooral naar de ingrediënten op de achterkant van de verpakking en ga het etiket lezen. Zo trap je al minder gemakkelijk in de mooie reclame van de voorkant van de verpakking.

3. Lees de ingrediëntenlijst

De fabrikant moet de ingrediënten op volgende van hoeveelheid vermelden op de verpakking, dit is verplicht. Zie je dus als eerste suiker staan of een moeilijk woord dat eindigt op -ose dan is het vaak een andere vorm van suiker.

Hiernaast de verpakking van een ontbijtkoek in voorgesneden plakken. Het eerste ingrediënt is glucose-fructosestroop (gemaakt van granen). Dat deze suiker uit granen komt lijkt het gezonder te maken maar glucose-fructosestroop is een zoetmiddel dat zoeter, goedkoper en langer bewaard kan blijven dan kristalsuiker. Vandaar dat het een populair zoetmiddel is.

Een rekenvoorbeeld voor de klontjeskunde vanuit Lekker Pûh!!!

Per reep zit er 29.3 gram suiker in. Deel dit door 4 en je weet hoeveel suikerklontjes er 1 voorgesneden reep zit. Ruim 7 suikerklontjes.

Wie weet denk je wel dat valt wel mee. Maar een kind tussen de 4-8 jaar mag er max. 9 per dag. En een kind tussen de 9-12 jaar max 13.

Eet je kind dus ’s ochtends hagelslag bij het ontbijt en drinkt het yogi of chocomel of bijvoorbeeld wicky en eet het na school ’s middags een koekje of een snoepje met daarbij een glas frisdrank of sap dan zit je hier al snel overheen.

 

4. Herken wat er is toegevoegd aan een product 

Elk bewerkt voedingsmiddel bestaat uit E-nummers, ook wel additieven genoemd. Ze zijn toegestaan in ons voedsel, maar zijn ze écht onschadelijk voor ons licham? Dat is een andere vraag. Zie het zo: hoe meer E-nummers, des te sneller je het weer weg moet leggen. Naast het feit dat het product vol met E-nummers zit, is het vaak ook volgestopt met suikers, transvet en zout. E-nummers zorgen dat een product niet: bederft, verkleurt, klontert. Het zorgt er ook voor dat het product er beter uitziet. (Glanzend)  Veel E-nummers zijn chemisch, maar er zijn er ook die een natuurlijke oorsprong hebben, zoals bijvoorbeeld vitamine C (= E300 = ascorbinezuur).

Fabrikanten zijn zich echt wel bewust van de niet zo beste reputatie van E-nummers en gebruiken daarom vaak de gewone benaming op de verpakking. Dat schrikt minder af dan het desbetreffende E-nummer. Hierdoor trappen de consumenten opnieuw in de zogenaamde “gezonde” bewerkte producten.

Neem als voorbeeld: E621. E621 onderbreekt de verbinding tussen ons verzadigingscentrum in de hersenen en de maag waardoor de hersenen van de maag niet meer het sein ‘vol’ doorkrijgen en we blijven eten. (Snoep, chips, koekjes etcetera). Stel je leest de volgende stoffen:
Gefermenteerde eiwitten
Monosodiumglutamaat
MSG
Gist
Gelatine
Ve-tsin
Gistextract
Glutamaat
Plantaardige gehydrogeneerde oliën

Zou jij dan nog weten dat het E621 was?

Gelukkig worden we steeds wijzer, lezen we meer boeken over voeding en worden we steeds handiger in het kopen van gezonde producten. Maar fabrikanten leren mee en spelen hier duidelijk op in.
Denk bijvoorbeeld aan suikervervangers. Deze zijn net zo slecht als de E-nummers. “High Fructose Corn Syrup (HFCS)” bijvoorbeeld, plus alle andere zoetstoffen die eindigen op -ose. Gehydrogeneerde plantaardige vetten. Plantaardig? YES gezond! Nee, niet dus. Het is een andere naam voor transvet, en daarvan weten we dat dat de slechtste vetten zijn die je maar tot je kunt nemen. Transvet is van nature vloeibaar en door bewerking in de fabriek hard gemaakt. Transvet zorgt voor de opslag van vet in en rondom de buikwand.

 

5. Is light een goede keuze?

Een product mag light worden genoemd wanneer er

  • 1/3 minder suiker
  • 1/3 minder vet
  • 1/3 minder calorieën

inzitten. Maar light betekent niet altijd minder calorieën dan het oorspronkelijke product. Vetrijke light-producten zoals light-chips, bevatten per 100 gram meer koolhydraten en eiwitten dan gewone chips. En koolhydraten en eiwitten bevatten ook energie.

Ook is de kans groter bij light producten dat je hier meer van eet of drinkt omdat je denkt dat deze producten gezonder zijn dan het originele product. Hierdoor krijg je dan uiteindelijk toch meer calorieën binnen. En dus komt er meer energie binnen.

 

6. Vezelrijk en extra vezels

Op verpakkingen wordt tegenwoordig ook vaker de termen ‘vezelrijk’ en ‘extra vezels’ gebruikt. Vaak is dit wel een marketing trucje. Let er maar eens op wanneer je weer in de supermarkt bent. En draai deze verpakkingen dan eens om, om het etiket te lezen. En kijk wat de eerste ingrediënten zijn.

Vezels zitten van nature in groente, fruit, volkoren granen en peulvruchten. Dit terwijl ze steeds vaker ook kunstmatig worden toegevoegd. Wanneer er op een verpakking staat extra vezels, lijkt een product gezond. Maar draai ook hier de verpakking om achter de waarheid te komen.

 

Samenvatting 

Ga nooit alleen af op de voorkant van de verpakking. De meeste aanduidingen zeggen niks over de voedingswaarde en de goede ingrediënten die een product zou moeten bevatten. Des te minder ingrediënten, des te beter.

Wordt zelf wijzer en begin met etiketten lezen!